Van Beijmahuis Brêgebuorren
Helaas weten we niet wanneer het Van Beijmahuis is gebouwd. Ook niet hoe de indeling was. De kopergravure van Carel Frederik Bendorp uit 1786, gemaakt naar een tekening van Jan Bulthuis, is de enige documentatie waarover we beschikken. Wel valt uit het Memoriaal van schoolmeester Hoyte Stoffels Roucoma, zijn kroniek over het dorpsleven in Dronryp in de jaren 1690 – 1718, af te leiden dat het in diens tijd kleiner was dan op deze afbeelding. Achter het huis lag een prachtige tuin. Bekendste bewoner is Mr. Coert Lambertus van Beijma thoe Kingma (1753 – 1820) geweest, een van de voormannen van de Friese patriotten. Hij kocht het huis in 1817. Zijn erfgenamen besloten het huis te verkopen. De verkoop mislukte omdat er niet genoeg geboden werd. Uiteindelijk werd het pas in 1893 geveild. De kopers was het om de bouwmaterialen te doen en het pand werd dan ook meteen gesloopt. Op het terrein bouwt de Gereformeerde Kerk van Dronrijp in 1894/1895 haar eerste kerkgebouw. Het wordt al in 1908 weer afgebroken, omdat de Gereformeerden op de hoek van de Hearewei en de Hobbemasingel een nieuw kerkgebouw hadden laten bouwen. Het enige wat er nog van het Van Beijmahuis rest zijn de koetsierswoning en het achterliggende koetshuis, Brêgebuorren nr. 5 en 5a. Ook de twee leeuwen die op de stenen palen bij de ingang naar de tuin van het huis op de Molepôlle stonden zijn bewaard gebleven. Deze sieren nu de twee stenen palen bij de ingang naar Nij Drenninga aan de Hearewei.
