Sint Salviuskerk of d'Alde Wite
De Sint Salviuskerk dankt zijn naam aan een vrij onbekende Frankische heilige, Sint Salvius, die begin 7ᵉ eeuw bisschop van Amiens was. De geschiedenis van de Salviuskerk begint met een houten kerkje uit de 11ᵉ of mogelijk al van het eind van de 10ᵉ eeuw. In de eerste helft van de 12e eeuw wordt dit eenvoudige kerkje uitgebreid met een tufstenen koor in romaanse stijl. Eind 12ᵉ eeuw wordt ook het houten schip van de kerk vervangen door een veel bredere bouw van tufsteen, even breed als de huidige kerk. Voor het eerst krijgt de kerk dan een toren. Net als op veel andere dorpen was dat een zadeldaktoren. Een groot deel van de noordmuur van deze kerk is bewaard gebleven. Omstreeks 1386 wordt het oude koor afgebroken en verbreed en de oude kerk met maar liefst 18 meter in oostelijke richting verlengd. Daarmee kreeg de kerk zijn huidige afmetingen. De stijl is nog steeds romaans met ramen met ronde bogen, al zijn de ramen in de uitbreiding aanzienlijk hoger dan die in de oude bouw. In de tweede helft van de veertiende eeuw verrijst aan de noordkant van het koor een sacristie. Rond 1504 wordt de kerk nog eens ingrijpend verbouwd. De hele kerk wordt een kleine drie meter hoger gemaakt en krijgt een nieuwe kap en in de zuidmuur nieuwe spitse gotische vensters. Zo ontstond het voor d’ Alde Wite typerende verschil tussen een gesloten noordmuur met kleine vensters en een opvallend open zuidmuur. In 1545 wordt de zadeldaktoren afgebroken en vervangen door de huidige imposante toren in Renaissance Stijl. Na de reformatie verloor het koor zijn functie en in 1650 kreeg de kerk er aan de koorzijde een rijk gedecoreerde ingang bij die in die tijd vooral bedoeld was voor de Rypster elite. Vanaf 1879, toen kerk en toren een witte stenen bepleistering kregen, noemen Rypsters hun kerk Alde Wite.
Op het kerkhof liggen o.a. Idsert Aebinga van Humalda, de 1e gouverneur van Friesland, sterrenkundige Eise Eisinga en de acteur Aart Staartjes begraven.